"We brainstormen veel, schrijven code of houden ons bezig met wiskunde. We krijgen regelmatig advies van de projectbegeleider. Soms is dit heel nuttig, maar soms ook niet. Ik denk dat dit meer zelfstandigheid vereist van de student. Uiteindelijk ontwikkelen we een werkend prototype van een algoritme of een app die we kunnen demonstreren.”

Welke vakken zijn het interessantst?

“Ik vond de wiskundevakken erg leuk, zoals Signal and Image processing, Computational Statistics and Symbolic Computing. Ik vind de balans tussen theorie en praktijk heel fijn. De docenten zijn zeer deskundig en beantwoorden graag al mijn vragen.”

Hoe is het contact tussen jou, je docenten en medestudenten?

“Het contact met mijn docenten en medestudenten is heel goed. Ik denk dat dit komt door de platte hiërarchie van de Nederlandse cultuur. De mensen hier zijn heel nuchter. Lol trappen met medestudenten, fietstochten of stedentrips maken en samen sporten of eten zijn aan de orde van de dag. We studeren, werken en leven samen. Ik zou mijn sociale omgeving omschrijven als zeer vriendelijk. Maar ik zie ook dat sommige studenten eenzaam zijn. Ik praat graag met ze en betrek ze erbij. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.”

Waar zie je jezelf over vijf jaar?

“Ik wil werken met brain-computer interfaces. Ik heb een achtergrond in psychologie en neurowetenschappen en wil dit graag combineren met mijn kennis over kunstmatige intelligentie en data science. Het lijkt me enorm inspirerend om mensen met een beperking met behulp van computers een deel van hun normale leven terug te geven. Met name mensen die door verlamming geen controle meer hebben over hun ledematen, kunnen baat hebben bij brain-computer interfaces die rechtstreeks de gedachten van mensen lezen. Voor mij klinkt dit als iets uit een sciencefictionfilm, maar toch werken er al veel mensen aan deze technologie. Ik denk dat ik goed voorbereid ben om mijn steentje hieraan bij te dragen.”