Psychodiagnostiek
Volledige vakbeschrijving
De praktijk van de psychodiagnostiek is maatwerk en vereist specifieke kennis maar ook flexibiliteit, creativiteit et cetera. Voorbeelden van vraagstukken waar psychologen in de praktijk een antwoord op moeten formuleren zijn:
- Stel een student moet voor zijn masterthese een vragenlijst ontwikkelen die de beroepskeuze (en daarmee de keuze voor een vervolgopleiding) van scholieren vergemakkelijkt. Adviseer de student waar hij moet beginnen en/of waar hij op moet letten;
- Stel je krijgt een vraag om de intelligentie te bepalen bij een cliënt die pas 3 maanden in Nederland woont en dus zeer beperkt Nederlands spreekt. Kun je dan de gebruikelijke IQ test afnemen, al dan niet met de hulp van een tolk? Of moet je aanpassingen maken? En is dat wel geoorloofd?
Geïllustreerd aan de hand van dergelijke praktische problemen cq. vraagstukken komen in de eerste taken de betekenis van psychometrische begrippen zoals betrouwbaarheid, validiteit, normering, instrumenttype (vragenlijsten en tests), en bronnen van vertekening voor de interpretatie van diagnostische resultaten aan bod. Vervolgens wordt de diagnostiek als beslissingsproces besproken. Tekortkomingen in beslissingen door het gebruik van cognitieve heuristieken worden in het licht van de oude controverse tussen klinische en statistische predictie geplaatst. Het diagnostisch proces wordt gezien als een cyclus die nauw verwant is aan de empirische cyclus. Tevens wordt de toepassing van de Bayesiaanse statistiek binnen de psychodiagnostiek behandeld. Tot slot maken studenten kennis met de ethische beroepscode van het NIP (en de algemene standaard testgebruik). Hoewel de stof wordt toegelicht aan de hand van voorbeelden uit de klinische praktijk, beoogt deze module het inzicht in de principes en problemen van meten in de psychologie te verdiepen.
Bij deze modules horen de volgende practica: Constructie van psychologische tests of De diagnostische cyclus
De eindbeoordeling voor deze module is een cijfer tussen 0,0 en 10,0.
Doelstellingen van dit vak
Studenten kunnen:
- de empirische en diagnostische cyclus onderling vergelijken;
- psychometrische concepten ten aanzien van psychodiagnostiek (zoals betrouwbaarheid, testtheorie, validiteit, test ontwikkeling en constructie, normering) verhelderen en onderscheiden;
- uitleggen hoe test resultaten binnen de psychodiagnostiek geïnterpreteerd dienen te worden en kunnen bronnen die leiden tot vertekening van test resultaten (zoals bias, multiculturele testing) identificeren;
- Bayesiaanse statistiek binnen de psychodiagnostiek (zoals cognitieve heuristieken, sensitiviteit en specificiteit) toepassen;
- de ethische beroepscode van het NIP (en de algemene standaard test gebruik) samenvatten en begrijpen deze code (en standaard).
Voorwaarden
Toelatingseis: Statistiek I dient behaald te zijn.