Actie
Volledige vakbeschrijving
Het woord ‘actie’ verwijst naar een fysieke beweging. Menselijke en dierlijke acties maken vaak deel uit van zinvol en doelgricht gedrag. Dit betekent dat ze worden uitgevoerd met een bepaald doel of met de intentie om iets te bewerkstelligen dat van waarde is. In deze module, onderzoeken studenten hoe de hersenen georganiseerd zijn om acties uit te voeren die een bepaald doel dienen. Studenten richten zich vooral op vrijwillig gekozen handelingen. Deze omvatten een motivationele component, maar ook cognitieve overwegingen, aandachtskeuzes, en motorische opties. Voor ieder van deze onderdelen moeten beslissingen worden genomen. Studenten leren dat verschillende corticale delen van de hersenen betrokken zijn bij deze beslissingen, en dat deze gebieden nauwgezet samenwerken met subcorticale hersenstructuren, zoals de basale ganglia.
Studenten zullen aandacht besteden aan de hiërarchische organisatie van het motorische systeem, het apparaat om acties te generen die de omgeving beïnvloeden. Daarna richten studenten zich op het cognitieve systeem, dat potentiele acties (zoals het binnengaan van een ruimte) koppelt aan de opties waaruit een individu kan kiezen in een specifieke situatie (zoals is de deur naar de ruimte toe open of gesloten?). Het cognitieve systeem doet dit door te vertrouwen op de eerder geleerde regelmatigheden over deze en andere situaties. Daarna bekijken studenten hoe we de juiste optie kiezen en hoe dit proces afhankelijk is van de verwachte consequenties (zoals de beloning, goedkeuring, dat er dingen niet gebeuren...) en van hoe graag we deze willen of waarderen. Na het kiezen van één van de opties moet ook nog bepaald worden wat de beste actie is om daadwerkelijk de gekozen optie te bemachtigen. Dit vereist dat we de uitkomsten van de acties moeten monitoren, en, op het moment dat we niet succesvol zijn, dat we moeten leren van onze fouten - om het bij een volgende gelegenheid beter te doen. Verder zullen studenten ook onderzoeken hoe emotionele en sociale aspecten van een situatie een rol kunnen spelen bij de keuze van opties.
Deze rondleiding zal duidelijk maken dat de hersenen in hun geheel betrokken zijn bij zinvol handelen. Het belang van de betrokken subsystemen zal duidelijk gemaakt worden door enkele exemplarisch gekozen onderzoeken met mensen of dieren, alsook door het bestuderen van aandoeningen (ziekte van Parkinson, obsessief-compulsieve stoornis, depressie, apatie) en hersenletsels die specifieke hersendelen aantasten.
Bij deze modules horen de volgende practica: Groepsbeslissingen of Neuronale basis van keuzes maken
De eindbeoordeling voor deze module is een cijfer tussen 0,0 en 10,0.
Doelstellingen van dit vak
Studenten zijn in staat om:
- de rol van (sub-)cortical structuren te beschrijven voor beweging en actie selectie (incl. prefrontale cortex);
- de relatie te verklaren tussen beweging en cognitie en deze te vertalen naar de inperkingen in patienten met de ziekte van Parkinson;
- onderscheid te maken tussen het kiezen van een optie op grond van de verwachte beloning en het kiezen van de handeling om de gekozen optie dichterbij te brengen;
- om acties en beslissingen in verband te brengen met hun emotionele en sociale context (d.i. sociale cognitie, morele beslissingen, altruïsme en coöperatief gedrag).