Strafrechtelijke Sancties
Full course description
Dit blok is bewust ‘Strafrechtelijke sancties’ genoemd, en wel om deze sancties te onderscheiden van civielrechtelijke, fiscaalrechtelijke, bestuursrechtelijke en tuchtrechtelijke sancties. In dit blok wordt– tenzij anders is aangegeven – met sanctie een negatieve sanctie bedoeld, en wel in het bijzonder een door de strafrechter opgelegde en door de overheidsadministratie ten uitvoer te leggen straf of maatregel.
De systematische bestudering van de aard en de werking van strafsancties en van de daarop betrekking hebbende rechtsregels wordt wel penologie genoemd. In plaats van de term ‘penologie’ kan ook de term ‘sanctieleer’ worden gebruikt.
Strafrechtelijke sancties plegen bij de betrokken verdachten en veroordeelden (en hun sociale omgeving) hard aan te komen. Het eindonderzoek kan leiden tot de oplegging van straffen en/of maatregelen. Van deze straffen en maatregelen zijn de vrijheidsbenemende sancties (gevangenisstraf en TBS) het meest ingrijpend. Er staan de rechter intussen evenwel zoveel sanctiesoorten en -modaliteiten ter beschikking, dat een behoorlijke straftoemeting een hele kunst is geworden. Weinigen hebben nog het overzicht over de beschikbare (combinatie)mogelijkheden. Nog minder mensen weten precies wat de (rechts)positie van de veroordeelde is tijdens de tenuitvoerlegging van de opgelegde sancties. Vaak is – ook voor de veroordeelde – onhelder welk doel/welke doelen met de opgelegde sanctie(s) wordt/worden nagestreefd.
Dit blok wil duidelijk maken wat op het terrein van strafrechtelijke sancties mogelijk is en welke wetswijzigingen op dit gebied recentelijk hebben plaatsgevonden en welke in de nabije toekomst zullen plaatsvinden. Het (toekomstige) positieve sanctierecht wordt bovendien in een rechtstheoretisch, -historisch en -filosofisch kader geplaatst; dat kader vormt als het ware ‘de kapstok’ oftewel ‘de rode draad’ binnen dit blok. Deze inbedding biedt tevens de mogelijkheid om fundamentele vragen aan de orde te stellen, waaronder waarom er gesanctioneerd wordt (vergelding en preventie), of er alternatieven te bedenken zijn voor het strafrecht (herstelrecht) en in welk mens- en wereldbeeld ons strafrecht ligt ingebed (is de mens vrij of niet, is hij maakbaar of niet?). Met betrekking tot verscheidene sancties – waaronder de gevangenisstraf, de taakstraf, elektronische detentie, de ISD-maatregel en de TBS-maatregel – wordt eveneens aandacht besteed aan empirisch onderzoek naar de effectiviteit ervan in termen van recidivereductie, zodat uiteindelijk zowel vanuit moreel-ethisch als vanuit pragmatisch-doelmatig oogpunt iets over de verschillende strafrechtelijke sancties kan worden gezegd; ook de effectiviteit van herstelrecht komt in dit blok aan de orde. Kortom: dit blok combineert een positiefrechtelijk perspectief met een metajuridische invalshoek (o.a. geschiedenis, filosofie en criminologie). Juist door deze metajuridische invalshoek leent dit blok zich bij uitstek voor het voeren van (diep)zinnige discussies met elkaar over (de ontwikkeling van) het positieve strafrechtelijke sanctierecht.
Het blok is als volgt opgebouwd. Tijdens de eerste bijeenkomst wordt allereerst aandacht besteed aan de geschiedenis van het strafrecht: wanneer en binnen welke context is het strafrecht ontstaan?, wat is straf eigenlijk? en welke theorieën zijn ter legitimering ervan ontwikkeld? Vervolgens wordt een begin gemaakt met het huidige Nederlandse sanctiestelsel. Bijeenkomst twee is eveneens gewijd aan het huidige Nederlandse sanctiestelsel, waarbij speciale aandacht is ingeruimd voor de voorwaardelijke veroordeling en de voorwaardelijke invrijheidstelling alsook de levenslange gevangenisstraf. In de derde bijeenkomst staan recent voltrokken en toekomstige wetswijzigingen ter zake van het Nederlandse sanctiearsenaal centraal: taakstraf(verbod), elektronische thuisdetentie, ISD en ‘levenslang toezicht’. Bijeenkomst vier staat in het teken van herstelrecht als mogelijk alternatief voor/mogelijke aanvulling op het strafrecht. Straftoemeting en -motivering en de kloof tussen burger en rechter wat betreft strafmaat (‘de punitiviteitskloof’) komen aan bod in bijeenkomst vijf. De zesde en zevende bijeenkomst gaan dieper in op de gevangenisstraf: zowel op de ontstaansgeschiedenis van deze sanctie ter vervanging van lijf- en doodstraffen (bijeenkomst zes) als op de gevangenisstraf in de huidige tijd, waarbij aandacht wordt besteed aan de effectiviteit van de gevangenisstraf, de ontwikkeling van het gevangeniswezen, de interne rechtspositie van gedetineerden, inspectie en toezicht en de rol van het EHRM in het kader van detentie (bijeenkomst zeven).
Naast de onderwijsgroepen vinden er zeven (online) colleges plaats over de volgende onderwerpen: strafrechtsgeschiedenis en -theorieën (prof. dr. Jacques Claessen), jeugdsanctierecht (dr. Dorris de Vocht), STMK-zittingen, elektronische detentie en vonnisvoorstellen (mr. Jacco Janssen), mediation in strafzaken (mr. Kim Roelofs), TBS (prof. dr. Sonja Meijer), reclassering (mr. Johan Bac) en penitentiair recht (prof. dr. Sanne Struijk). Sommige colleges vormen een aanvulling op onderwerpen die in de onderwijsgroepen centraal staan, andere zijn gewijd aan onderwerpen waaraan in de onderwijsgroepen geen expliciete aandacht wordt besteed.
Zo mogelijk wordt (met een deel van de studenten) een bezoek gebracht aan P.I. De Geerhorst te Sittard.
Onderwijsmethoden: onderwijsgroepen en colleges
Evaluatiemethoden: gesloten boektoets bestaande uit open vragen, stellingen en een opdracht (100%)
Course objectives
Het is de bedoeling dat de student zijn/haar juridisch-technische kennis verdiept van de bestaande en in ontwikkeling zijnde sanctiesoorten, -maten en -modaliteiten op (vooral) nationaal niveau. Die kennis kan echter pas maatschappelijke relevantie krijgen als hij/zij daarbij voortdurend nadenkt over ‘het waarom’ en ‘het waartoe’ van het straffen. Van degenen die het blok hebben gevolgd, wordt verwacht dat zij in staat zijn om op een ter zake kundige wijze – dat wil zeggen met kennis van de rechtsregels en de manier waarop die worden toegepast – over (toemeting, motivering en tenuitvoerlegging van) strafrechtelijke sancties en de maatschappelijke betekenis daarvan te kunnen spreken/schrijven.
Concreet weergegeven staan de volgende doelen centraal:
- het verbreden en verdiepen van de positiefrechtelijke kennis van (de ontwikkelingen binnen) het strafrechtelijke sanctiearsenaal in de (inter)nationale context;
- beargumenteerd een eigen standpunt kunnen innemen over (de ontwikkelingen binnen) het strafrechtelijke sanctiearsenaal;
- ontwikkelingen binnen het strafrechtelijke sanctiearsenaal in een bredere (crimineel-politieke) context kunnen plaatsen en vanuit verschillende (metajuridische) perspectieven kunnen analyseren;
- aan de hand van OM-richtlijnen en rechterlijke oriëntatiepunten (LOVS) alsook sanctiedoelen een straf kunnen toemeten in een specifieke strafrechtelijke casus;
- een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan discussies over (de ontwikkelingen binnen) het strafrechtelijke sanctiearsenaal.
Prerequisites
None
Recommended prior knowledge
Voorkennis van het Nederlands materiële en formele strafrecht is wenselijk.
Recommended reading
De verplichte literatuur wordt aangekondigd in het blokboek; daarbij wordt gebruik gemaakt van een e-reader. Jurisprudentie (www.rechtspraak.nl) en beleidsstukken (www.overheid.nl) dienen zelf te worden opgezocht.