Faculty of Law
Bewijs in Strafzaken
Full course description
In dit blok staat de bewijsbeslissing van de rechter in strafzaken centraal, met name de wijze waarop die beslissing in juridische zin is genormeerd. Hierbij gaat het steeds om feiten die zich in het verleden hebben afgespeeld en die nooit met 100% zekerheid kunnen worden vastgesteld. Het is dan ook niet mogelijk de bewijsbeslissing van de rechter zodanig te reguleren dat wij in alle gevallen met absolute zekerheid weten dat de verdachte het hem tenlastegelegde feit heeft gepleegd. Wij weten immers nooit zeker wat waar is. Bovendien is de bewijsbeslissing in veel gevallen afhankelijk van de stand van de wetenschap in andere vakgebieden. Te denken valt dan aan de psychologie, natuurwetenschappen, medische wetenschappen, etc. Ook deze ‘harde’ wetenschappen hebben geen definitief antwoord op de vraag wat waar is. De constatering dat het strafrechtelijke bewijsrecht niet kan garanderen dat de bewijsbeslissing van de rechter volledig juist is, roept de vraag op op welke wijze dan wordt gegarandeerd dat die beslissing in ieder geval zo veel als mogelijk overeenkomt met wat zich in de werkelijkheid heeft afgespeeld. Een gerechtelijke dwaling is immers niet alleen voor de verdachte in kwestie een nachtmerrie, maar ook voor de samenleving als geheel. Het vertrouwen in de rechtspraak en de strafrechtspleging wordt ondermijnd op het moment dat duidelijk wordt dat niet alleen schuldigen worden veroordeeld. Binnen de juridische context speelt echter niet alleen de deugdelijkheid van bewijsgaring, bewijsvoering en bewijswaardering een rol. Daar komt bij dat ook eisen gesteld worden aan de manier waarop het bewijs wordt verzameld. De bewijsgaring in strafzaken is opgedragen aan de overheid en om willekeurig handelen van de overheid ten tijde van de opsporing en vervolging te voorkomen, is de opsporing, vervolging en berechting strikt genormeerd. Dit komt tot uitdrukking in artikel 1 Sv: strafvordering vindt alleen plaats op een wijze zoals is voorzien bij de wet. Bovendien mogen grondrechten van burgers bij de opsporing en berechting van strafbare feiten niet onevenredig worden geschonden. De waarheid hoeft niet ten koste van alles boven water te komen. Verder zijn er waarborgen ingebouwd dat onschuldigen zoveel als mogelijk buiten het strafrechtelijk onderzoek worden gehouden. Als die behoorlijkheidseisen niet in acht worden genomen, dan kan er sprake zijn van onrechtmatig verkregen bewijs. Dit roept vragen op aan welke van de twee eisen – deugdelijkheid of behoorlijkheid – meer waarde moet worden gehecht. In het blok ‘Bewijs in strafzaken’ komen beide hierboven genoemde vragen aan de orde. Samengevat houden zij in: op welke wijze is het bewijsoordeel in strafzaken genormeerd zodat zowel een behoorlijke bewijsgaring als de inhoudelijke deugdelijkheid van het bewijsoordeel kan worden gegarandeerd. Daartbij komen de volgende onderwerpen aan de orde: • bewijs en bewijsstelsels • recht op tegenspraak met betrekking tot getuigenbewijs en deskundigenbewijs • onrechtmatig verkregen bewijs • wettig bewijs • verantwoording van het bewijsoordeel met betrekking tot de relevantie en betrouwbaarheid van bewijsCourse objectives
Op het einde van dit blok dient u inzicht te hebben in de strafrechtelijke bewijsregels en hoe zij in de praktijk worden toegepast. Met name dient u te weten welke eisen worden gesteld aan bewijsmiddelen, hoe de uitgangspunten van hoor en wederhoor worden toegepast met betrekking tot het horen van getuigen en deskundigen, op welke gronden bewijs kan worden uitgesloten en hoe het rechterlijk bewijsoordeel dient te worden gemotiveerd.Prerequisites
BLL. Bij bachelor van andere discipline is de toelatingstoets voor de master Forensica Criminologie en Rechtspleging vereist.Recommended reading
Literatuur: G.J.M. Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, Arnhem: Gouda Quint, laatste druk; B.F. Keulen en G. Knigge, Strafprocesrecht, Deventer: laatste druk; W.H.B. Dreissen, Bewijsmotivering in strafzaken, Den Haag: Boom juridische uitgevers, 2007. Diverse artikelen uit tijdschriften worden opgenomen in een reader.CRI4003
Period 2
28 Oct 2024
20 Dec 2024
ECTS credits:
6.0Instruction language:
DutchCoordinator:
- R.M. Heemskerk
Teaching methods:
PBL, Lecture(s)Assessment methods:
Written examKeywords:
Strafrechtelijk bewijs, waarheidsvinding, bewijsmiddelen, onrechtmatig verkregen bewijs, equality of arms, motiveringsplicht, rechterlijke overtuiging.