Staats- en Bestuursrecht
Volledige vakbeschrijving
Het vak staats- en bestuursrecht in het tweede jaar van de bachelor bouwt voort op de vakken inleiding staatsrecht en inleiding bestuursrecht uit het eerste jaar.
De staatsrechtelijke component van het vak bestaat dan uit drie onderwerpen, namelijk grondrechten, de rol van de rechter, en decentrale overheden. De eerste twee zijn in het eerste jaar ook al kort aan bod gekomen, en worden hier nader uitgewerkt. Daarbij is ook aandacht voor een meer wetenschappelijke benadering, door middel van enkele wetenschappelijke artikelen. Bij de behandeling van de rol van de rechter komt ook het constitutionele toetsingsverbod ter sprake, waarbij ook aansluiting gezocht wordt bij de huidige politieke en maatschappelijke discussie over het afschaffen van het toetsingsverbod.
De decentrale overheden, met name gemeenten, komen hier voor het eerst aan bod. Daarbij is de bedoeling ook dat dit onderwerp een brug slaat naar de bestuursrechtelijke aspecten van dit vak.
Studenten analyseren de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in het bijzonder de betekenis van de Awb en de verhouding tot overige regelgeving. Voorts worden de centrale begrippen besluit, bestuursorgaan en belanghebbende uitgediept. Daarbij wordt ook ingegaan op de meer complexe aspecten daarvan, zoals besluiten zonder wettelijke grondslag en het b-orgaanbegrip, en leren studenten deze centrale begrippen te plaatsen in verschillende bestuurlijke context. De positie van de bestuursrechter krijgt aandacht, met name de verhouding bestuursorgaan—bestuursrechter. Hiernaast wordt een analyse gemaakt van het leerstuk van handhaving in het bestuursrecht.
Verder wordt de rol van het privaatrecht in situaties waarin de overheid betrokken is onderzocht, met aandacht voor de voorwaarden en normen voor privaatrechtelijk handelen van de overheid. Het leerstuk van schadevergoeding bij rechtmatige en onrechtmatige handelingen van het bestuur wordt behandeld.
Door interactieve colleges en casestudies worden studenten uitgedaagd om kritisch te denken over complexe juridische vraagstukken en praktische toepassingen van het staats- en bestuursrecht in de samenleving.
Doelstellingen van dit vak
- De student kan de organen van de decentrale overheden en hun bevoegdheden uitleggen en de betreffende regels toepassen.
- De student kan de algemene begrippen van grondrechten (reikwijdte, beperking, horizontale werking, botsing van grondrechten, verschillende soorten grondrechten) uitleggen.
- De student kan de rol en positie van de rechter als staatsmacht uitleggen en analyseren.
- De student heeft kennis van en inzicht in het systeem van de Awb, inclusief de centrale begrippen besluit, bestuursorgaan en belanghebbende.
- De student heeft kennis van en inzicht in de rol van het privaatrecht in situaties waarin de overheid betrokken is. Onder welke voorwaarden mag het bestuur gebruik maken van het privaatrecht en welke normen gelden voor privaatrechtelijk handelen van het bestuur?
- De student heeft kennis van en inzicht bestuurlijke handhaving, de diverse handhavingsbevoegdheden en de toepasselijke normen.
- De student heeft kennis van en inzicht in het leerstuk van schadevergoeding bij rechtmatige handelingen en onrechtmatige handelingen van het bestuur en kan daarover betrouwbaar rapporteren.
- De student heeft kennis van en inzicht in de rol die de burgerlijke rechter nog kan spelen in geschillen waarbij de overheid betrokken is, inbegrepen de voorwaarden om een oordeel van de burgerlijke rechter te verkrijgen en de verhouding tot een bestuursrechtelijke procedure daarbij.
Voorwaarden
- H.E. Broring & K.J.de Graaf(red.), Bestuursrecht 1, 7e druk, BJu,2022
- A.T. Marseille &H.D. Tolsma (red.), Bestuursrecht 2,8edruk, BJu, 2022
- A.D. Belinfante/ J.L. de Reede, Beginselen van het Nederlandse staatsrecht, 20ste druk, Deventer: Kluwer 2023