Inleiding Internationaal en Europees Recht
Volledige vakbeschrijving
De onderwijseenheid Inleiding Internationaal en Europees Recht is onderdeel van semester 2, blok 4 van de bachelor Rechtsgeleerdheid en Fiscaal Recht.
Het vak vormt een inleiding op twee rechtsgebieden: het internationaal (publiek)recht en het Europees recht.
Het internationaal publiekrecht reguleert de betrekkingen tussen staten en andere actoren – wanneer men in een internationaal conflict spreekt over internationale rechtsnormen dan zijn dit normen van internationaal publiekrecht zoals verdragen of gewoonterecht. Naast staten spelen internationale organisaties, zoals de Verenigde Naties, een centrale rol in het samenbrengen van de internationale gemeenschap, spelen ze een cruciale rol bij het sluiten van multilaterale verdragen en hebben zij juridische persoonlijkheid. Naast rechtsbronnen en rechtssubjecten gaan we ook in op de totstandkoming van deze rechtsbronnen, geschillen die kunnen ontstaan uit het niet naleven van verdragen of gewoonterecht en de verschillende manieren waarop deze geschillen opgelost kunnen worden. Vaak wordt gezegd dat vooral deze naleving problemen oplevert – er is namelijk geen superieur orgaan dat straffen uit mag delen en Staten kunnen niet “de gevangenis in”. Welke rol speelt het internationale recht dan? Het internationaal publiekrecht blijft cruciaal voor het handhaven van mondiale vrede, veiligheid en samenwerking door voortdurende evolutie van normen en praktijken – maar anno 2024 lijkt respect voor deze normen en praktijken eerder een optie dan een voldongen feit.
Een multilateraal samenwerkingsverband gebaseerd op twee cruciale verdragen waar we allemaal dagelijks mee te maken hebben: de Europese Unie. In deze inleiding in het Europese recht gaan we in op de twee Verdragen, het VEU en VWEU, die de instellingen van de EU opzetten en de werking van deze instellingen vormgeven. De verschillende functies van deze instellingen wordt behandeld – de “wetgevingsdriehoek” met de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van Ministers zijn voor Europese wetgeving cruciaal maar daarnaast speelt ook het Hof van Justitie van de EU een grote rol. Op wat voor manier speelt de wetgeving die deze instellingen samen maken een rol in de Nederlandse rechtsorde? Volgens het Hof van Justitie van de EU moet het mogelijk zijn voor individuen om zich te kunnen beroepen op het Unierecht bij de nationale rechter – middels directe werking, conforme interpretatie of in het uiterste geval staatsaansprakelijkheid. Deze nationale rechters zijn een spil in het rad van de Europese rechtssysteem en kunnen vragen stellen aan het Hof van Justitie middels de prejudiciële procedure – en zo zijn er nog tal van manieren waarbij het Europese recht de nationale rechtsorde beïnvloedt en vice versa. Maar in een tijd waarin de invloed van nationale politiek op “Brussel” beperkt voelt bij een deel van de Nederlandse bevolking, heeft samenwerken binnen de Europese Unie dan nog wel veel zin?
In blok 4 volgt de student naast het vak Inleiding Internationaal en Europees Recht ook het Inleiding Staatsrecht. In de laatste week van het blok is er aandacht voor grensvlakken tussen beide vakken omtrent het onderwerp mensenrechten.
Het vak bereidt voor op het verdiepende vak Internationaal en Europees Recht in semester 3, blok 1 (jaar 2).
Evaluatiemethoden: n.t.b.
Doelstellingen van dit vak
Na succesvolle afronding van het vak Inleiding Internationaal en Europees Recht heb je de volgende leerdoelen bereikt:
- Je hebt kennis van de internationale rechtsorde en begrijpt hoe en waarom deze anders is ingericht dan de nationale rechtsorde;
- Je hebt inzicht in de wijze waarop het internationale recht invloed heeft op het Nederlandse rechtssysteem;
- Je kunt de verschillen tussen staten en andere subjecten van het internationaal publiekrecht duiden;
- Je kunt een voor een casus relevante bronnen van internationaal recht vinden en hebt met name kennis van bronnen rondom het verdragenrecht;
- Je begrijpt de voorwaarden van staatsaansprakelijkheid en kunt analyseren in welke situaties staten aansprakelijk kunnen worden gesteld;
- Je bent in staat om de geleerde theorie toe te passen op een concrete internationaalrechtelijke casus.
- Je bent in staat algemene staatsrechtelijke begrippen (staat, soevereiniteit, staatsrecht, democratie, parlementair stelsel, rechtsstaat, grondrechten) uit te leggen en toe te passen op het niveau van de Europese Unie;
- Je bent in staat de bronnen van het Unierecht en hun onderlinge relatie te identificeren en te duiden;
- Je kunt de EU-instellingen en hun bevoegdheden beschrijven en hun functie binnen de EU uit te leggen;
- Je bent in staat de regels betreffende de aanname van secundaire wetgeving uit te leggen en toe te passen in een concrete casus;
- Je kunt de rol en positie van de nationale rechter als Europese rechter uitleggen en analyseren.
- Je bent in staat de regels omtrent de doorwerking van het EU-recht uit te leggen en toe te passen in een op feiten gebaseerde casus.
Aanbevolen literatuur
- A. Nollkaemper, Kern van het internationaal publiekrecht, Den Haag: Boomjuridisch, negende druk.
- J.W. Van de Gronden (et al.), Kern van het Europees recht, Den Haag: Boomjuridisch, tweede druk.
- Voorgeschreven jurisprudentie vermeld op Canvas