Co-schap Vrouw, Moeder en Kind
Volledige vakbeschrijving
Het coschap Vrouw Moeder Kind van 10 weken is een combinatie van werkplekleren binnen de kindergeneeskunde en de gynaecologie/verloskunde en terugkomdag onderwijs.
Doelstellingen van dit vak
De student is in staat om met een passend supervisie niveau een volledig consult uit te voeren op een voor de patiënt veilige manier en met oog voor diversiteit bij patiënten welke zich presenteren met veelvoorkomende enkelvoudige problemen binnen de specialismen kindergeneeskunde & gynaecologie/obstetrie. Dit consult omhelst het volledig pakket van anamnese, lichamelijk onderzoek, opstellen van differentiaaldiagnose met bijpassend plan voor eventueel aanvullend onderzoek en behandeling/begeleiding.De student is in staat om bij een spoedeisende situatie in te schatten wanneer basic life support bij kinderen noodzakelijk is en kan deze toepassen.De student heeft aan het einde van dit coschap kennis van de normale groei en ontwikkeling van kinderen en kan op basis hiervan een ontwikkelingsanamnese afnemen en aan de hand hiervan de groei en ontwikkeling interpreteren.De student dient in staat te zijn om persoonlijke grenzen van eigen kennis en kunde te kunnen herkennen en te benoemen en tijdig te besluiten of, en zo ja wanneer, supervisie nodig is of derden geconsulteerd moeten worden op de werkplek waar stage wordt gelopen.De student heeft kennisgenomen van manieren om in contact te komen/verbinding te leggen met minderjarige patienten in verschillende leeftijdscategorien waardoor de student in staat is om de communicatie met een kind af te stemmen op het ontwikelingsniveau en de leeftijd van het kind en een lichamelijk onderzoek te verrichten.De student is in staat om kritisch te reflecteren op het zorgproces en kwaliteit van zorg. Hierbij dient er in het bijzonder aandacht te zijn voor:De student heeft kennis van prenatale diagnostiek en de mogelijkheden en toepassing van zwangerschapsafbreking en de daaraan gerelateerde ethische aspecten en relevante wetgeving.
Interprofessioneel samenwerken. Hierbij is de student in staat om factoren te benoemen welke in positieve zin bijdragen aan een goede interprofessionele samenwerking maar ook de barrières herkennen
Informatieoverdracht (bv mondelinge overdracht, brieven. De student is zelf in staat om op adequate wijze zorg te dragen voor een schriftelijke of mondelinge overdracht van zorg aan andere zorgprofessonals, met respect voor de privacy van de patient.
Bewustwording van aandacht voor heel de mens en de context van de patient: betekenis zwangerschap/kind krijgen/ziekte op context van kind en ouder(s) zoals werk e.d.
Doelmatigheid van zorg.
De student is in staat om, eventueel met hulp van derden (intervisie, mentor of werplekbegeleider) zorg te dragen voor de eigen gezondheid en welzijn. Student is in staat om de balans te bewaken en te houden tussen werk en privé.De student heeft aan het einde van dit coschap kennis van de meldingsprocedure huiselijk geweld en kindermishandeling en is in staat om in te schatten wanneer en hoe een dergelijke melding dient plaats te vinden.De student is in staat de eigen werkzaamheden adequaat te organiseren, een lerende houding aan te nemen en te reflecteren op het eigen handelen en hierop feedback te vragen en op basis daarvan relevante doelen voor persoonlijke en professionele ontwikkeling te stellen.