Goederenrecht
Volledige vakbeschrijving
Het vak Goederenrecht bouwt voort op de basiskennis die de studenten hebben opgedaan in het eerstejaars vak Inleiding Privaatrecht. Voortbouwend op deze voorkennis wordt aandacht besteed aan de meer complexe vormen van overdracht van goederen, waarbij ook het algemeen privaatrechtelijke leerstuk van de vertegenwoordiging wordt meegenomen. Dat sluit aan op de behandeling van het leerstuk vertegenwoordiging zoals dat aan de orde komt in het parallel lopende vak Ondernemingsrecht. Daarna wordt in het vak Goederenrecht veel aandacht besteed aan de diverse wijzen waarop zekerheden kunnen worden verstrekt aan een crediteur voor de betaling van schulden, waarbij de nadruk ligt op zekerheden op roerende zaken. Dit leerstuk laat studenten tevens zien hoe in de praktijk ondernemingen worden gefinancierd en welke rol economische overwegingen spelen bij juridische vraagstukken. Het vak laat studenten tevens zien hoe zekerheden kunnen vervallen door bijvoorbeeld natrekking of vermenging van de zekerheidsobjecten. De onderwerpen die aan bod komen luiden als volgt:
- Overdracht van goederen algemeen, en derdenbescherming
- levering van registergoederen
- hoofdkenmerken opstalrecht en erfpachtrecht
- levering van roerende zaken niet-registergoederen
- levering van rechten
- vestiging, overdracht en afstand van beperkte rechten
- wijzen van levering door bezitter/houder en rechtsgevolgen
- onmiddellijke en middellijke vertegenwoordiging
- vervreemding en verkrijging via tussenpersoon
- borgtocht, garantie, regres en subrogatie
- pandrecht en recht van hypotheek algemeen
- substitutie (zaaksvervanging) bij zekerheidsrechten
- (on)overdraagbaarheid
- accessoriteit, inningsbevoegdheid bij pandrecht op vorderingen
- pandrecht op zaken en vorderingen
- pandrecht en derdenbescherming: vestiging pandrecht door een beschikkingsonbevoegde, eerder pandrecht en latere overdracht van de verpande zaak, conflict tussen eerder gevestigd beperkt recht en later gevestigd pandrecht
- eigendomsvoorbehoud
- overdracht onder ontbindende/opschortende voorwaarde
- fiduciaire overdracht, fiduciaverbod
- sale en lease back
- vestiging bij voorbaat van een beperkt recht op toekomstige goederen
- vestiging bij voorbaat van een pandrecht op voorwaardelijke eigendom
- dubbele vestiging pandrecht bij voorbaat
- overdracht van een goed met voorbehoud van een beperkt recht
- recht van reclame
- originaire wijzen van eigendomsverkrijging: natrekking, (oneigenlijke) vermenging, zaakvorming, invloed op rechten van derden, nadruk op vervallen van beperkte rechten door originaire verkrijging
- natrekking met de grond, roerend/onroerend, hulpzaken
- opstalrecht tegenover hypotheekrecht, rangwisseling
- retentierecht: algemeen en in faillissement
Doelstellingen van dit vak
Na succesvolle afronding van het vak Goederenrecht heb je de volgende leerdoelen bereikt:
De student heeft grondige kennis van het Nederlandse goederenrecht op eindniveau bachelor, zodat diegenen daarna op masterniveau goederenrecht gaan bestuderen goed beslagen ten ijs komen. De student ziet verbanden tussen de verschillende leerstukken in het goederenrecht en kan deze verbonden leerstukken op een casus toepassen en op theoretisch niveau bespreken. Het gaat met name om gecompliceerde vormen van overdracht en derdenbescherming, zakelijke gebruiksrechten en constructies ter verzekering van de terugbetaling van vorderingen (zoals zekerheidsrechten), die eventueel kunnen vervallen door originaire verkrijging van de zekerheidsobjecten.
De student kan een complexe casus juist analyseren, de juiste vragen formuleren, de opgedane kennis op de casus toepassen en een juiste oplossing voor de gestelde problemen/vragen formuleren. De student kan naar aanleiding van de casus dwarsverbanden zien tussen de leerstukken die in het vak aan bod zijn gekomen.
Voorwaarden
N.v.t.
Aanbevolen literatuur
- W.H.M. Reehuis en A.H.T. Heisterkamp, Goederenrecht, Deventer: Kluwer meest recente druk.
- Voorgeschreven literatuur en jurisprudentie vermeld op Canvas.
- L.P.W. van Vliet