Juridische Vaardigheden II
Volledige vakbeschrijving
Casus en Vaardigheden beoogt naast kennisoverdracht over een rechtsgebied ook vaardigheden voor juristen bij te brengen waarover juridische studenten en juristen moeten beschikken. Vaardighedentraining II besteedt daarom aandacht aan analytische vaardigheden, schrijfvaardigheden, mondelinge vaardigheden en onderzoeksvaardigheden. Hiernaast wordt aandacht besteed aan de vaardigheden samenwerken en effectieve feedback geven.
De mondelinge vaardigheden zien dit semester opnieuw op presenteren. Tevens wordt geoefend met debatteren en houden van een pleidooi of requisitoir.
Bij de schriftelijke vaardigheden staat het academisch schrijven naar aanleiding van brononderzoek centraal. Je oefent aan de hand van verschillende databases met het verkrijgen van informatie over een specifiek onderwerp. Zo wordt informatie gezocht over de wetgeving (parlementaire stukken), literatuur, jurisprudentie en empirisch onderzoek. Rondom een specifiek onderwerp zal een vraag of een probleem naar voren komen. Je oefent met het afbakenen van een onderwerp en vervolgens met het formuleren van een concrete probleemstelling. Zodra je een goed beeld hebt over het onderwerp, kijk je over de landsgrenzen naar een ander juridisch stelsel. Je vergelijkt gebruikmakend van een juridische vertaling het Nederlandse stelsel met een ander stelsel. Aan de hand van de probleemstelling en het gevonden en geselecteerde bronmateriaal wordt uiteindelijk door jou een (beperkt) rechtswetenschappelijk onderzoek over het onderwerp geschreven. Je kiest aan de hand van het geselecteerde bronmateriaal zelf voor één van de onderzoeksmethoden. De keuze voor de ene en de afwijzing van de andere rechtswetenschappelijke onderzoekmethode wordt aan de hand van alle relevante bronnen gemotiveerd.
Evaluatiemethoden:
- Schrijfopdracht III Staatsrecht (20%)
- Debatteren (10%)
- Schrijfopdracht IV Strafrecht (50%)
- Presenteren tijdens strafzitting (20%)
Doelstellingen van dit vak
Na succesvolle afronding van Vaardighedentraining II heb je de volgende leerdoelen bereikt:
- Je kunt zelfstandig juridisch brononderzoek met betrekking tot wetgeving, jurisprudentie, literatuur in de verschillende betrouwbare (nationale, internationale en Europese) databases uitvoeren en verzamelen.
- Je bent in staat om bronnen op relevantie te selecteren, analyseren en te verwerken.
- Je bent in staat om in foutloos Nederlands een afgebakend onderzoek te schrijven aan de hand van rechtswetenschappelijke methoden.
- Je bent zowel op schrift als mondeling in staat om standpunten in te nemen, een juridische argumentatie en geldige redenatie op te bouwen en te verdedigen.
Voorwaarden
N.v.t.
Aanbevolen literatuur
- C. Borman (e.a.), Leidraad voor juridische auteurs, Deventer: Kluwer, meest recente druk.
- F. Fernhout, Bits, bytes en billijkheid; juridische vaardigheden in een digitale wereld, Maastricht: Gianni, meest recente druk.
- G. van Dijck, M. Snel en T. van Golen, Methoden van rechtswetenschappelijk onderzoek, Den Haag: Boom juridisch, meest recente druk.