Formeel Belastingrecht
Volledige vakbeschrijving
In de onderwijseenheid Formeel belastingrecht worden een groot aantal aspecten van het algemene en formele belastingrecht behandeld. Het grootste deel van dit blok omvat het (fiscale) bestuurs- en bestuursprocesrecht. Daarbij wordt ingegaan op de relatie tussen de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Centraal staan daarbij onder meer de belastingbevoegdheden en hoe een belastingschuld formeel door de inspecteur kan worden vastgesteld. Hierbij wordt onder andere ingegaan op de aanslag- en aangiftebelastingen, het doen van aangifte, het opleggen van de aanslag, de (omkering van) bewijslast, de navordering en de naheffing. Tevens wordt aandacht besteed aan welke rechtsmiddelen open staan en hoe een definitief vastgestelde belastingschuld kan worden geïnd (‘ingevorderd’). Met betrekking tot de inning is de ontvanger verantwoordelijk en staat de Invorderingswet (IW) centraal. Gekeken wordt naar betalingsprocedures, de dwangmiddelen die de belastingdienst heeft om bedragen in te vorderen, zoals beslaglegging of het aanvragen van faillissement, en de verschuldigdheid van rente.
Ook de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, het fiscaal compromis, de informatie-uitwisseling met de belastingdienst, het leerstuk van de schadevergoeding en de menselijk maat in belastingheffing komen aan bod. Verder wordt in dit blok de fiscale boete bestudeerd. Naast het bestuurlijke boeterecht in de Awb zullen hier ook de bijzondere fiscale bepalingen omtrent verzuim- en vergrijpboeten centraal staan. Bij dit boeterecht komen ook de grenzen met (fiscale) strafvervolging aan bod en de eisen die het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) stelt aan het proces van het opleggen van boeten.
Ten slotte wordt aandacht besteed aan de vaardigheid van het schrijven van een processtuk. In dit kader wordt een bezwaarschrift geschreven.
Onderwijsmethoden
PGO-onderwijsgroepen, (gast)colleges/kennisclips
Evaluatiemethoden
- Tentamen/kennistoets (80%)
- Schriftelijke vaardigheid/bezwaarschrift (20%)
Doelstellingen van dit vak
Na succesvolle afronding van deze onderwijseenheid is de student in staat om:
- de belangrijkste algemene beginselen en begrippen in het Nederlandse belastingrecht uit te leggen, toe te passen en onderling te vergelijken.
- op hoofdlijnen te beoordelen en uit te leggen welke rechten en verplichtingen bestaan voor bij de belastingheffing betrokken burgers en hoe zij rechtsbescherming genieten tegen de overheid.
- op hoofdlijnen te beoordelen en uit te leggen hoe de heffing van belastingen in Nederland is geregeld in het (fiscale) bestuurs(proces)recht.
- op hoofdlijnen te beoordelen en uit te leggen hoe de invordering van belastingen verloopt.
- op hoofdlijnen te beoordelen en uit te leggen hoe het (fiscale) boete- en strafrecht van toepassing kan zijn op feiten en gedragingen van bij de belastingheffing betrokken personen, (bestuurs)organen en lichamen.
- zelfstandig bronnenmateriaal te verzamelen, analyseren en kritisch te verwerken.
- formeelrechtelijke vraagstukken te analyseren en te interpreteren op het niveau van de bacheloropleiding en kan daarbij jurisprudentie toepassen.
- zelfstandig, correct en op heldere wijze mondeling of schriftelijk te communiceren over juridisch vragen en problemen en past hiertoe de meest geschikte argumentatietechnieken toe en een correct en adequaat gebruik van de Nederlandse taal.
Aanbevolen literatuur
Verplicht:
- Pocket Belastingwetten 2024, Wolters Kluwer, Deventer, 2024 óf Verzameling Belastingwetten 2024, Sdu Uitgevers, Den Haag, 2024;
- E.C.G. Okhuizen en L.J.A. Pieterse (red.), Hoofdzaken formeel Belastingrecht, Boom fiscale uitgevers, Den Haag, meest actuele druk;
- E. Poelmann (red.) Jurisprudentie formeel belastingrecht, Boom fiscale uitgevers, Den Haag, meest actuele druk
- Reader ‘Teksten Hoofdzaken Formeel Belastingrecht 2024-2025’ (UM-reader)