Pedagogisch Didactisch Traject
Volledige vakbeschrijving
Het pedagogisch-didactische traject is bedoeld om de student basale kennis en inzicht te laten verwerven in het ontwerpen en uitvoeren van een aantal onderwijsleerprocessen die hij in de klas zal gaan uitvoeren en begeleiden. De student legt zo een basis voor het vakmanschap dat hij in de klas nodig zal hebben.
Element 1: Didactiek en klassenmanagement: De student gaat zich verdiepen in de didactiek van het ontwerpen en geven van een les. Een leraar is naast inhoudelijk expert op het gebied van zijn vak eveneens expert op didactisch gebied. Hij is in staat zorgvuldige en onderbouwde afwegingen te maken over zijn aanpak van een les. Centraal staan daarbij vragen als hoe open ik een les, hoe krijg ik de aandacht van de leerlingen op de leskern gericht, welke fasen kent een les, hoe stel ik vragen en hoe voer ik een goed onderwijsleergesprek?
Element 2: Leerlingbegeleiding en mentoraat: Binnen de educatieve minor leert de student welke elementen bij opvoeding en ontwikkeling van adolescenten een rol spelen en of en hoe deze elementen met elkaar interacteren. Ook wordt er geleerd op welke wijze scholen met ontwikkelingsprocessen omgaan. De nadruk ligt hierbij op de doelgroep (leerlingen) waar de studenten van deze minor in de praktijk mee te maken krijgt.
Element 3: Leer- en gedragsstoornissen: Er wordt er speciale aandacht gegeven aan de potentieel problemen die leer- en gedragsproblemen opleveren tijdens het lesgeven en wat hier (preventief en curatief) aan kan worden gedaan. De student verwerft basale kennis en inzicht in normale leervaardigheden en gedragsvaardigheden met behorende afwijkingen bij kinderen met en zonder een zorgvraag. Daarnaast komt het omgaan met kinderen met hun specifieke leervaardigheden en gedragsvaardigheden aan bod en vormen een houvast en basis voor het vakmanschap dat de student in de klas nodig zal hebben.
Doelstellingen van dit vak
Didactiek en Klassenmanagement:
- Zorgen voor betekenisvolle en toepassingsgericht leeractiviteiten, hierbij verschillende werkvormen hanterend.
- Ontwerpen van individuele en groepsactiviteiten en eenvoudige evaluatie- en beoordelingsinstrumenten.
- Heldere opbouw in de leerstof aangeven, schakelend tussen theorie en praktijk.
- Gebruik maken van voorkennis en aansluiten bij belevingswereld.
- In eigen woorden de organisatie en de aanpak van klassenmanagement uitleggen.
Leerlingbegeleiding en Mentoraat:
- Adolescentieperiode karakteriseren en in historisch perspectief schetsen.
- Relatie tussen opvoeding en ontwikkeling beschrijven, alsook tussen nature - nurture.
- Weergeven, beschrijven en hanteren van ontwikkelingsgebieden: cognitieve ontwikkeling - identiteitsontwikkeling – seksuele ontwikkeling.
- Beschrijven van de ontwikkeling van het brein bij jongeren.
- Beschrijven kenmerken van oudergesprekken.
- Presentaties geven en presentaties van medestudenten beoordelen en evalueren.
- Op adequate manier observeren, feedback geven en ontvangen.
- Voeren slecht nieuws gesprek & twee-kolommen gesprek.
Leer- en gedragsstoornissen:
- Verschillende ontwikkelingsstoornissen in praktijksituaties bij leerlingen herkennen, en onderscheid maken tussen oorzaken, kenmerken en aanpak.
- Behandelde theorieën over het omgaan met diverse ontwikkelingsstoornissen toepassen in praktijksituaties en hierdoor beter begrijpen.
- Leren welke rol hij/zij als leraar kan spelen in de praktische begeleiding van leerlingen.
Toetsing:
Voor alle onderdelen geldt dat producten moeten worden opgenomen in het digitale opdrachtendossier. De beoordeling wordt gedaan aan de hand van een beoordelingsmodel zoals besproken zal worden tijdens de bijeenkomsten.
- Opdrachtendossier: Uitgewerkte praktijkopdrachten 1 t/m 8 uitgevoerd tijdens het werkplekleren.
- Presentatie over leerlingbegeleiding (in tweetallen).
- Schriftelijk tentamen over boek ‘Gedragsproblemen in de klas in het voortgezet onderwijs’.
Aanbevolen literatuur
- M.A. Dentener
- J.M.G. Reijnders