Groei en Ontwikkeling I
Volledige vakbeschrijving
In dit blok staat de groei en ontwikkeling van de mens thematisch centraal. Naast de moleculaire en cellulaire aspecten van groei en ontwikkeling zullen ook de cognitive en de sociale en emotionele ontwikkeling van de mens aan de orde komen. Dit wordt gerealiseerd aan de hand van de verschillende levensfasen, die als een rode draad door het blok lopen. Verder zal er in het blok aandacht besteed worden aan de organisatie van de gezondheidszorg, en de diversiteit van ziekte en gezondheid op basis van verschillen in o.a. etniciteit, gender en sociaal/economisch determinanten. In het blok zal ook een eerste kennismaking plaats vinden met het programma academisering. Verschillende aspecten van het thema ‘meten’ (betekenis, niveau, methoden) zullen in dit blok worden behandeld. De onderwijsvorm waarvoor gekozen wordt is het probleem gestuurd onderwijs. In deze onderwijsvorm ligt de nadruk op Constructief en Collaboratief werken in kleine groepen, waarbij de leerstof in een (medische) Context wordt aangeboden. Naast theoretisch onderwijs biedt het programma ook vaardigheidsonderwijs rond het centrale thema ‘Groei en Ontwikkeling’. Dit blok wordt gebruikt om de studenten te leren werken met deze onderwijsvorm.
Doelstellingen van dit vak
Aan het eind van het blok dient de student globaal inzicht te hebben: - in de achtergronden van het probleem gestuurd leren. Aan het eind van het blok dient de student conceptuele kennis te hebben van: - de bouw van de cel - het ligand/receptor interactie - het mechanisme en doel van signaaltransductie - de opbouw van het gen - genregulatie - transcriptie, translatie, posttranslationele modificatie - regulatie van cellulaire groei en differentiatie - de rol van groei, differentiatie en celdood bij de aanleg van orgaansystemen en bij de reactie op schade - groei en ontwikkeling van het embryo tot en met de vorming van de drie kiemlagen - groei(regulatie) van het individu - de cognitieve, psychosociale en emotionele ontwikkeling - van homeostase en van ziekte als verstoring van homeostase. Aan het eind van blok dient de student conceptuele kennis te hebben van: - de betekenis van meetniveaus, centrum- en spreidingsmaten, verdelingen en plots, de betekenis van gezondheid, maten en bijbehorende meetmethodes - het wetenschappelijk meten in een maatschappelijk context en de betekenis van biologische en sociaal-culturele diversiteit hierbij. Aan het eind van het blok heeft de student globaal inzicht in - de determinanten en epidemiologie van ziekte en gezondheid - de organisatie van de gezondheidszorg in Nederland - de competenties van de arts (CANMEDS) - het doel van Consult en Reflectie onderwijs. Aan het eind van het blok beschikt de student over de basisvaardigheden m.b.t. de thema’s: - kijken en voelen - horen en luisteren - microscopie