Co-schap Neurowetenschappen
Volledige vakbeschrijving
Het co-schap Neurowetenschappen wordt gedefinieerd door de probleemgebieden en zorgvraagstukken benoemd in het raamplan 2009. Het gaat daarbij vooral om problemen en zorgvraagstukken gerelateerd aan problematiek van de hersenen, perifere zenuwen en zintuigen, de gedrags- en emotie regulatie en de problemen op het gebied van de communicatie.
Binnen het coschap neurowetenschappen lopen de master studenten stage binnen 4 klinische specialismen die zich richten op brein, zenuw en hoofd-hals problematiek: KNO of Oogheelkunde, Neurologie en Psychiatrie, plus aanpalende vakgebieden.De meeste beschreven problemen zijn in principe bij 1 specialisme te leren. Echter de context en uitwerking van de problemen en zorgvragen kunnen behoorlijk verschillen binnen deze 4 specialismen. De verschillen liggen op het terrein van de variatie in presentatie, lokalisatie of context van de probleemgebieden. Deze variatie maakt dat er herhaling is en dus verdieping, of dat een zelfde probleem afhankelijk van de lokalisatie of context tot een geheel andere benadering leidt, en dus nieuwe kennis geeft.
De verbinding van 4 specialismen plus aanpalende vakgebieden leidt ertoe dat de problemen vanuit verschillende optieken en contexten door de co-assistent benaderd kunnen worden. Naast specialisme thema’s zijn er ook mogelijkheden voor vakoverstijgende of verbindende thema’s, waardoor er samenhang en verdieping ontstaat.
Doelstellingen van dit vak
De student heeft kennis van de symptomen van de meest voorkomende KNO-, Oogheelkundige, Neurologische en Psychische problemen (volgens het biopsychosociale model), zoals beschreven in het raamplan artsenopleiding . De student heeft kennis van de pathofysiologie en/of onderliggende (biopsychosociale) verklaringsmodellen voor het ontstaan van de meest voorkomende KNO-, Oogheelkundige, Neurologische en Psychische problemen, zoals beschreven in het raamplan artsenopleiding . De student kan, met oog voor diversiteit, een volledige KNO-, Oogheelkundige en Neurologische (hetero) anamnese afnemen en lichamelijk onderzoek uitvoeren en d.m.v. klinisch redeneren een DD opstellen. De student kan een volledige biografie uitvoeren. Tevens kan de student, met oog voor diversiteit, een compleet psychiatrisch onderzoek, incl. mentale status onderzoek uitvoeren bij een patiënt met een eenvoudige psychische klacht. De student heeft kennis van de aanvullende onderzoeken (KNO-, Oogheelkundig, Neurologisch en (neuro)Psychologisch), die kunnen worden aangevraagd. Tevens kan een student beredeneren welke onderzoeken relevant zijn en de resultaten interpreteren en uitleggen. De student heeft kennis van de meest frequent toegepaste (psycho)therapeutische behandelmogelijkheden en kan aan de hand hiervan een behandelplan voorstellen bij de meest voorkomende KNO-, Oogheelkundige, Neurologische en Psychische problemen, zoals beschreven in het raamplan artsenopleiding . De student kan een behandelplan tevens relateren aan de zorgvraag van de patiënt/zorgverlener, preventie en nazorg.De student heeft oog voor de sociaal maatschappelijke gevolgen van een ziekte/functieverlies van de patiënt en zijn omgeving en kan daarbij uitleggen hoe diverse aspecten van 'culturele diversiteit' (sekseverschillen, lagere begaafdheid, buitenlandse afkomst, behoren tot een minderheidsgroep etc.) van invloed kunnen zijn op de diagnostiek en behandeling van patiënten met KNO-, Oogheelkundige, Neurologische en Psychische problemen.De student heeft inzicht in de sociaal maatschappelijke gevolgen van een ziekte/functieverlies van de patiënt en zijn omgeving en is in staat het ICF model toe te passen en te reflecteren op hoe diverse aspecten van diversiteit (sekseverschillen, lagere begaafdheid, buitenlandse afkomst, behoren tot een minderheidsgroep etc.) van invloed kunnen zijn op de diagnostiek en behandeling van patiënten met KNO-, Oogheelkundige, Neurologische en Psychische problemen. De student heeft kennis van de organisatie van de (geestelijke) gezondheidszorg in Nederland en van de toepassing van de Wet Verplichte GGZ bij patiënten met een psychiatrische aandoening, evenals de Wet Zorg en Dwang bij patiënten met een dementie of niet aangeboren hersenletsel. De student is in staat om op de toegewezen werkplekken binnen dit coschap effectief samen te werken met andere (zorg)professionals om passende (preventieve) zorg te realiseren en hierbij de mening van andere teamleden te accepteren, te overwegen en te respecteren.
Aanbevolen literatuur
KNO-heelkunde: Keel-neusoorheelkunde en hoofd-halschirurgie Editors: E.H. HuizingG.B. SnowN. de VriesK. GraamansP. Van de Heyning Oogheelkunde: Leerboek oogheelkunde van H. Tan Neurologie: Neurologie. Albert Hydra, Peter J. Koudstaal, Raymund A.C. Roos Psychiatrie: Innovatief leerboek; persoonlijke psychiatrie. Terug naar de essentie. Redactie: Maarten Bak, Patrick Domen, Jim van Os
- M.W. Buckx - Sanders