Wetenschap in de Praktijk
Volledige vakbeschrijving
De WIP-stage dient als een eerste contact met de dagelijkse praktijk van hoogwaardig translationeel (klinisch) wetenschappelijk onderzoek. Het is de bedoeling dat de student inzicht krijgt in de verschillende facetten van het zelfstandig verrichten van onderzoek. Om dit te realiseren schrijft de student eerst zelfstandig een individueel Plan van Aanpak (onderzoeksvoorstel) met een eigen (beperkte) onderzoeksvraag. Daarna wordt tijdens de WIP-stage praktische ervaring opgedaan in de dagelijkse wetenschapsbeoefening waaronder hands-on activiteiten om de onderzoeksvraag te beantwoorden en analyse van de vergaarde data. In het kader hiervan kunnen de volgende activiteiten gedaan worden: zich bekwamen in een bepaalde onderzoekstechniek, samenstellen en voorbereiden van onderzoeksmaterialen, intakegesprekken met patiënten voor gegevensopname in een database; opzetten van een databasesysteem met gedefinieerde selectiecriteria voor uiteindelijke data-analyses, het afnemen van gestructureerde interviews, het opzetten van een nieuwe analytische test, observeren van chirurgische ingrepen bij proefdieren, het onderzoeken van (een deel van) een beperkte werkhypothese (bijvoorbeeld op een preklinisch lab), inclusief het statistisch testen van experimentele gegevens. Binnen de gekozen onderzoeksomgeving zal de student een PowerPoint presentatie geven en aangeven welke activiteiten ontplooid zijn en wat de opgeleverde producten en/of resultaten zijn.
Doelstellingen van dit vak
Ter voorbereiding op het vinden van een geschikte WIP-stageplek kan de student het centrale aanbod van FHML (fhmlweb.unimaas.nl) stages raadplegen m.b.t. de opleidingen Arts-Klinisch Onderzoeker (M-AKO), Master Geneeskunde (M-WESP) alsook Biomedical Sciences (M-BMS). Een andere mogelijkheid is dat de student op eigen initiatief een stageplek gaat zoeken, bijvoorbeeld door in PubMed of op de websites van de FHML-onderzoeksscholen na te gaan welke wetenschappelijke onderzoek er momenteel plaatsvindt binnen de diverse onderzoeksgroepen in het MUMC+ of elders. Het POP-gesprek aan het begin van Fase 2 kan vervolgens gebruik worden om de zoektocht verder vorm te geven.