Complexe cognitie
Volledige vakbeschrijving
Samen met de eerstejaarsmodules ‘Waarnemen’ en ‘Leren en Geheugen’ vormt deze module een inleiding in de cognitieve psychologie. De module ‘Complexe cognitie’ richt zich op hogere cognitieve processen als redeneren, beslissen, en probleem oplossen. Studenten maken tevens kennis met modellen van het informatieverwerkende systeem die aan deze processen ten grondslag kunnen liggen. Tegelijkertijd belicht dit blok welke rol culturele verschillen spelen in onderzoek naar cognitie.
We beginnen de module met vragen over kennisrepresentatie en taal: Hoe categoriseren we objecten? Hoe slaan wij de betekenis van woorden op? Hoe herkennen we woorden? Hoe begrijpen we tekst? Vervolgens bestuderen we psychologisch onderzoek naar het oplossen van problemen en naar menselijk redeneren en het duale systeem dat hieraan ten grondslag ligt. Het thema ‘Beslissen’ domineert vervolgens het grootste deel van deze module. Hoe rationeel is de menselijke beslisser? Welke rol spelen emoties bij het nemen van beslissingen? Als de menselijke beslisser vaak irrationeel handelt, hoe kunnen we zijn of haar beslissingen verbeteren? Kunnen mensen leren om beter te redeneren? Hoe komen we tot morele beslissingen en welke rol speelt onze sociale en culturele omgeving daarbij? Die omgeving speelt ook een belangrijke rol wanneer we kijken naar onderhandelen en coöperatief gedrag. Een succesvolle onderhandelaar in India zal zich bijvoorbeeld anders opstellen dan een onderhandelaar in Nederland. Bij het bestuderen van coöperatief gedrag staan speltheoretisch en sociaal neuroeconomisch onderzoek centraal. Het blok illustreert ook hoe theorieën over complexe cognitieve processen bijdragen aan toegepaste psychologische disciplines (bijv. onderwijspsychologie en arbeids- en organisatiepsychologie). Gedurende het blok zullen studenten extra aandacht besteden aan het afbeelden van relaties tussen theorieën.
Bij deze module hoort het volgende practicum: Cognitie en Cultuur
De eindbeoordeling voor deze module is pass of fail – en geen cijfer tussen 0,0 en 10,0”
Doelstellingen van dit vak
Studenten zijn in staat om:
- hogere cognitieve processen (te weten redeneren, beslissen, probleem oplossen, taalbegrip) te begrijpen en te verklaren;
- prominente theorieën van hogere cognitieve functies te vergelijken en differentieren;
- deze theorieën in maps te organiseren en visualiseren;
- te verklaren hoe sociale en culturele factoren complex cognitief gedrag beïnvloeden (bijv. tijdens moreel oordelen, groepscognitie, samenwerken en onderhandelen);
- te reflecteren op interculturele verschillen in cognitie;
- een empirisch artikel te presenteren voor peers;
- om zelf het groepsleerproces te superviseren.