Thorax-2
Volledige vakbeschrijving
De module Thorax 2 is de tweede module van Fase 2 en duurt 6 weken. Daar waar in fase 1 vooral de anatomie en de (patho)fysiologie van hart, longen en nieren aan bod is gekomen, zal in Thorax 2 de vertaalslag naar de patiënt worden gemaakt. Dit betekent dat de klinische uitingsvormen gerelateerd worden aan ziektemechanismen, en gaan leiden tot differentiaal diagnoses, en onderbouwde keuzes voor aanvullend onderzoek voor het stellen van een diagnose en het schatten van de prognose en voor therapie. Gedurende de onderwijsgroepen wordt er veel aandacht besteed aan differentiaal diagnostisch denken, vanuit een casus. Deze papieren patiënten casus zal steeds het vertrekpunt zijn om een onderwerp verder uit te diepen. In de opeenvolgende week kan de opgedane kennis direct toegepast worden tijdens een patiëntencontact op de verpleegafdeling. Deze ervaringen worden vervolgens weer teruggekoppeld tijdens de groepsbijeenkomst. Deze terugkoppeling zal volgens een vast stramien gebeuren, exact zoals gebeurt tijdens een medische overdracht in de kliniek. Dit proces zal steeds begeleid worden door een inhoudsdeskundige coach. Colleges worden gegeven door professionals in het veld en dienen als voorbereiding dan wel nabeschouwing van de themaweek.De klinisch onderzoeker component in deze module is vooral gericht op evidence-based geneeskunde en kritisch lezen van medisch wetenschappelijke literatuur (o.a. CAT’s). De module Thorax 2 is als volgt ingedeeld: Cardiologie (de circulatie als systeem en haar ziektebeelden; 2 weken), Longziekten (differentiaal diagnostiek van kortademigheid; longziekten in engere zin w.o. longkanker) (2 weken), en nierziekten (1 week). Bij het moduleprogramma zijn veel vakgebieden betrokken, met de nadruk op cardiologie, longziekten, interne geneeskunde, huisartsgeneeskunde, epidemiologie en microbiologie. Er wordt gebruik gemaakt van een "carrousselsysteem" waarbij de tutor per week wisselt, zodat de student per onderwerp een ter zake deskundige tutor heeft.
Doelstellingen van dit vak
- differentiaal diagnostiek kortademigheid. Verdieping op hartfalen, atriumfibrilleren, pneumonie, COPD en astma
- differentiaal diagnostiek pijn op de borst. Verdieping op coronairlijden en klepgebreken.
- differentiaal diagnostiek hoesten/hemoptoe. Verdieping op (niet)kleincellig longcarcinoom en longembolie
- differentiaal diagnostiek acute/chronische nierinsufficiëntie. Verdieping op hypertensie en nierinsufficientie.
Aanbevolen literatuur
- S.O. Simons