Circulatie en Ademhaling II
Volledige vakbeschrijving
In jaar 1 is de fysiologie van het cardiopulmonale systeem behandeld. In jaar 3 zal de chronische cardiopulmonale aandoeningen besproken worden vanuit een meer klinisch perspectief. Blok 2.1 vormt een brug tussen jaar 1 en 3 door zich te richten op basale pathofysiologie van cardiopulmonale ziekten. Het blok is opgebouwd rond de belangrijkste orgaansystemen: het hart, de vaten, de nieren en de longen. Elk deel start met een inleidend college over fysiologie, om de kennis hierover op te frissen, en sluit af met een klinische lezing, waarin duidelijk wordt hoe pathofysiologische mechanismen werkzaam zijn in patiënten en hoe deze kennis gebruikt kan worden bij de behandeling. De volgende ziekten zijn onderwerp van discussie in de onderwijsgroepen:
- De vaten: atherosclerose en myocard infarct
- Het hart: ritmestoornissen, klepgebreken en hartfalen
- De nieren: renale arteriële stenose en zuur-base afwijkingen
- De longen: astma
- Als integratie worden verschillende soorten van shock behandeld.
Er zijn practica over hemodynamiek, anatomie en histologie, en 'skillslab' trainingen over lichamelijk onderzoek voor hartfunctie, longfunctie en reanimatie. Elke onderwijsgroep geeft een korte presentatie in een postersessie over een scala aan onderwerpen uit de pulmonale (patho)-fysiologie. Ook wordt een workshop georganiseerd over het opzetten van gerandomiseerde klinische trials. Aan het eind van het blok zullen de hypovolemische en septische shock besproken worden, om de regulatie door verschillende orgaansystemen en de interacties binnen het cardiopulmonale systeem te integreren.
Doelstellingen van dit vak
Pathofysiologie van:
- De vaten: atherosclerose en myocard infarct
- Het hart: ritmestoornissen, klepgebreken en hartfalen
- De nieren: renale arteriële stenose en zuur-base afwijkingen
- De longen: astma
- Shock
atherosclerose, hartinfarct, ritmestoornissen, klepgebreken en hartfalen.