Estate Planning: Bedrijfsopvolging
Volledige vakbeschrijving
In dit blok wordt het onderwerp Bedrijfsopvolging behandeld vanuit het perspectief van de ondernemer in een kleine of middelgrote onderneming (MKB). Centraal staat daarbij met name de samenloop tussen de vennootschapsbelasting, de inkomstenbelasting en de schenk- en erfbelasting en daarmee samenhangende aspecten van huwelijksvermogensrecht en erfrecht in nationale verhoudingen. Gekeken wordt naar het opzetten van een samenwerkingsverband in de vorm van een VOF en een BV, en enkele fiscale aandachtspunten bij een bedrijfsopvolging in de familiesfeer. We kijken onder meer naar de betekenis van ondernemingsstructuren met het oog op schenking van ondernemingsvermogen (zoals vastgoed) en naar huwelijkse voorwaarden en testamenten met het oog op het vererven of legateren van een onderneming. Deze onderwerpen zullen mede in de vorm van presentaties en adviezen door studenten verzorgd worden.
Doelstellingen van dit vak
- De student bezit kennis van geselecteerde fiscale faciliteiten gericht op de bedrijfsopvolging in het midden- en kleinbedrijf.
- De student kan een beredeneerd oordeel vormen over de fiscale aspecten van een voorgenomen bedrijfsopvolging in de MKB-sfeer.
- De student is zich bewust van de samenloop van fiscale heffingswetten (loon- en inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, schenk- en erfbelasting, overdrachtsbelasting, dividendbelasting) en van het fiscale recht met het civiele recht (erfrecht, huwelijksvermogensrecht, ondernemingsrecht).
- De student is in staat fiscale aandachtspunten te formuleren bij het adviseren van MKB-ondernemers over bedrijfsopvolging in nationale verhoudingen mede in het licht van huwelijkse voorwaarden en testamenten.
- De student kan in teamverband een presentatie voorbereiden en presenteren.
Voorwaarden
De student dient bij aanvang een grondige kennis te hebben van de Nederlandse loonbelasting, inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting en kennis op hoofdlijnen van de schenk- en erfbelasting, de dividendbelasting en de overdrachtsbelasting. Verder is kennis op hoofdlijnen van het Nederlandse ondernemingsrecht, huwelijksvermogensrecht en erfrecht wenselijk.
Aanbevolen literatuur
Tot de verplichte literatuur behoren, naast een bundel Belastingwetgeving 2023 en het Burgerlijk wetboek (2021 of later), de volgende boeken:
Essers / Van Kempen, Cursus belastingrecht (Inkomstenbelasting), studenteneditie 2021/2022, Wolters Kluwer, Van Vijfeijken / Gubbels, Cursus belastingrecht (Schenk- en Erfbelasting), 2021/2022, Wolters Kluwer, Bouwman / Boer, Wegwijs in de Vennootschapsbelasting, 17e druk, 2021, SdU en Nuytink, Personen- en familierecht, relatievermogensrecht en erfrecht, 8e druk 2021, Wolters Kluwer, dan wel Van Mourik / Schols, Erfrecht (Monografieën Privaatrecht 1), 8e druk, 2021, Wolters Kluwer, in combinatie met Van Mourik / Schols, Relatievermogensrecht (Monografieën Privaatrecht 12), 14e druk, 2021, Wolters Kluwer, of recentere edities.
Tot de optionele (en digitaal beschikbare) fiscale literatuur behoort Brandsma, Cursus belastingrecht (Dividendbelasting); Weerepas (red.), Cursus belastingrecht (Loonbelasting); en Gassler c.s., Cursus belastingrecht (Overdrachtsbelasting), Wolters Kluwer. Tot de optionele civielrechtelijke literatuur behoort Hamers / Van Vliet, Inleiding personenvennootschappen, 6e druk, 2021, Boom.
Daarnaast dienen enkele artikelen en arresten te worden bestudeerd evenals recente parlementaire stukken en beleidsbesluiten.