Brein, Beweging en Gedrag-1
Volledige vakbeschrijving
Deze vierde module van A-KO Fase I draait om de thema's Brein, Beweging en Gedrag. Deze drie belangrijke aspecten van het menselijk functioneren zijn in één module ondergebracht, omdat ze onderling sterk samenhangen. Zo is een juist functionerend bewegingsapparaat (het samenspel tussen botten, spieren en gewrichten) een voorwaarde voor interactie met de omgeving. Zonder dat ben je niet staat tot voortbewegen, het verrichten van alledaagse handelingen en contact met andere mensen. Dat bewegingsapparaat wordt op zijn beurt weer aangestuurd door het zenuwstelsel (hersenen en zenuwen); zonder zenuwimpulsen en de voortgeleiding daarvan kunnen de spieren niet tot actie worden aangezet. In de hersenen en het ruggenmerg bevinden zich verder de banen en kernen die zorgen voor coördinatie en regulatie van onze complexe motoriek. De hersenen doen echter meer; ze sturen niet alleen aan, maar ontvangen ook informatie, bijvoorbeeld uit zintuigen als oog, oor en evenwichtsorgaan. Deze informatie wordt vervolgens weer geïntegreerd in motorische responsen. Verder zijn de hersenen mede verantwoordelijk voor ons gedrag. Gedrag is echter niet alleen vanuit kennis van hersenfuncties te begrijpen; je zult al gauw zien dat de zaak ingewikkelder is en dat ook omgevingsfactoren van invloed zijn op cognitie en emotie, en op stoornissen daarin. Naast de drie thema's Brein, beweging en gedrag wordt in deze module ook uitgebreid aandacht besteed aan de Klinisch Onderzoeker component van de A-KO opleiding. Tijdens de eerste helft van deze module staat het onderwerp "onderzoeksdesigns" centraal. Verder brengen groepen studenten een verkennend bezoek aan de vijf verschillende onderzoeksinstituten van de FHML; daarna verzorgt iedere subgroep een presentatie over het bezochte onderzoeksinstituut aan de medestudenten.
Doelstellingen van dit vak
In deze module wordt de student in staat gesteld tot het verkrijgen c.q. uitbreiden van kennis en inzicht in het normaal en afwijkend functioneren van het brein, het bewegingsapparaat en het gedrag. Hierbij wordt nadrukkelijk gestreefd naar integratie tussen onderdelen en vakgebieden, en daar waar van toepassing zal aandacht besteed worden aan mechanismen van ziekten.
Onderwerpen die aan de orde komen zijn:
- Bouw en functie van het bewegingsapparaat;
- Letsels en aandoeningen van het bewegingsapparaat;
- Bouw en werking van centraal en perifeer zenuwstelsel;
- Neurologische aandoeningen;
- Normaal gedrag;
- Psychiatrische stoornissen;
- Aspecten Patiënt-Arts-Maatschappij;
- Aspecten Klinisch Onderzoeker;
- Vaardigheden basaal orthopedisch, neurologisch en psychiatrisch onderzoek, communicatievaardigheden.