Psychopathologie
Volledige vakbeschrijving
De module psychopathologie gaat over gestoord, vreemd, onaangepast, abnormaal gedrag. Aan de hand van gevalsbeschrijvingen en resultaten uit onderzoek worden veel voorkomende klinische problemen bestudeerd, zoals verschillende angststoornissen, eetstoornissen, verslavingen, stemmingsstoornissen en psychotische stoornissen.
Vragen die gedurende de module steeds weer aan de orde zullen komen zijn: hoe ziet het klinisch beeld eruit, wat zijn de diagnostische criteria, waar ligt de grens tussen normaal en abnormaal, hoe vaak komt deze stoornis nou voor, hoe ontstaat zo’n stoornis en wat is eraan te doen? In dit opzicht is het belangrijk te bestuderen waarom de ene persoon de stoornis wel krijgt en de andere niet en hoe wetenschappelijk onderzoek oorzaken van stoornissen kan achterhalen en inzicht levert over de mechanismen die de stoornissen in stand houden. Bij behandeling maakt de student kennis met allerlei vormen van psychotherapie en farmacotherapie. Wat gebeurt er in zo’n therapie en hoe effectief is deze?
Na afloop van de module kent de student van de meest voorkomende psychische stoornissen het klinisch beeld en de diagnostische criteria, de theorieën over etiologie, de empirische bevindingen die de theorie steunen dan wel tegenspreken, de gangbare behandelwijzen en de effectiviteit van die therapieën.
Bij deze module hoort het volgende practicum: Psychiatrische anamnese
De eindbeoordeling voor deze module is een cijfer tussen 0,0 en 10,0.
Doelstellingen van dit vak
Studenten kunnen:
- de DSM-5 classificatie uitleggen;
- de prevalentie, het klinisch beeld en de diagnostische criteria van een aantal veelvoorkomende stoornissen uitleggen: trauma- en stressgerelateerde stoornissen en dissociatieve fenomenen, angst- en obsessief-compulsieve stoornissen, stemmingsstoornissen, psychotische stoornissen, eetstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen, verslavingen en neurobiologische ontwikkelingsstoornissen;
- theorieën en onderzoek beschrijven en bediscussiëren over de etiologie en/of instandhoudende mechanismen van deze stoornissen (zoals cognitieve biases, leerprocessen, neurotransmitters en genetische factoren);
- gebruikelijke behandelingen beschrijven en uitleggen, alsmede hun effectiviteit voor deze stoornissen (zoals cognitieve gedragstherapie, schematherapie,EMDR en psychofarmacologie).