Portfolio's
Volledige vakbeschrijving
In de A-KO opleiding worden de studenten competentiegericht opgeleid tot Arts-Klinisch-Onderzoekers. De eindtermen van het medisch opleidingscontinuüm zijn gebaseerd op competenties zoals beschreven in het Raamplan Artsenopleiding 2009. Deze competenties zijn essentieel voor het goed professioneel kunnen functioneren van de arts én van de klinisch onderzoeker.
Gedurende de A-KO opleiding werkt de student aan zijn/haar ontwikkeling in de volgende professionele rollen: Medisch Deskundige; Communicator; Samenwerker; Organisator; Gezondheidsbevorderaar; Beroepsbeoefenaar; Academicus. Deze rollen, behorende bij de 7 CANMEDS competenties, worden uitgebreid beschreven in het Raamplan Artsenopleiding 2009 (te vinden via www.nfu.nl). Binnen de A-KO opleiding zijn verschillende competentiedomeinen inhoudelijk uitgebreid met additionele eindtermen voor de Klinisch Onderzoeker zoals die beschreven zijn in het accreditatiedocument van de A-KO master.
Bij competentiegericht opleiden past competentiegericht toetsen. De competentiegerichte toetsing is gebaseerd op Feedback, Oordelen, Evaluaties en Toetsen (de FOET-elementen). De FOET elementen wordt opgenomen in een elektronisch portfolio, het A-KOfolio. Elk FOET element is gekoppeld aan een of meerdere professionele rollen en levert de student informatie over zijn/haar functioneren in die rollen. De informatie die de student via de FOET ontvangt is rijk, narratief en specifiek en geeft informatie over de competentieontwikkeling van de student. Hiermee kan de student actief werken aan zijn/haar competentieontwikkeling en deze te sturen met behulp van het A-KOfolio in samenspraak met de hem/haar toegewezen counselor. Het uiteindelijke doel van het competentiegericht opleiden en toetsen in de A-KOmaster is (1) de student ondersteunen in zijn/haar ontwikkeling op het terrein van professionele reflectie en zelfsturend leren (2) het bereiken van een voldoende progressie in alle professionele rollen die een arts en klinisch onderzoeker zich eigen moet maken.
Doelstellingen van dit vak
De A-KO opleiding bestaat uit 4 Fasen. Elke A-KO student houdt gedurende een Fase de behaalde studieresultaten (beoordelingen, beoordelingsadviezen en feedback: de FOET elementen) bij in het elektronisch A-KOfolio. Alle ECTS per Fase zijn gekoppeld aan het A-KOfolio. Informatie over de functie van het A-KOfolio in de toetsing van de competentieontwikkeling staat in het Toetsprogramma A-KOfolio Fase 1-2-3-4.
Het A-KOfolio is niet alleen het centrale instrument in de A-KO opleiding voor toetsing van de progressie van de student in de professionele rollen, maar ook voor begeleiding van de student door de hem/haar toegewezen counselor. De counselor heeft nadrukkelijk geen beoordelende, maar een begeleidende en adviserende functie. De student is zelf verantwoordelijk voor het samenstellen van het A-KOfolio. Hij/zij verzamelt het materiaal en analyseert aan de hand hiervan sterkere en zwakkere punten met betrekking tot de competentieontwikkeling. Op kritische wijze wordt bepaald aan welke zwakke punten gewerkt zal worden en welke sterke punten of interesses hij/zij meer wil gaan benutten in de komende periode. Op deze manier worden belangrijke vaardigheden ontwikkeld voor het toekomstige beroep, zoals reflectie op eigen functioneren en handelen, analyseren van situaties en ervaringen en het ontwikkelen van een kritische houding.
Het doel van het A-KOfolio is als volgt samen te vatten:
1. De student toont aan in staat te zijn tot kritische analyse van en reflectie op het eigen functioneren binnen de professionele rollen: Medisch Deskundige; Communicator; Samenwerker; Organisator; Gezondheidsbevorderaar; Beroepsbeoefenaar; Academicus.
2. De student toont aan dat hij/zij actie heeft ondernomen om ‘zwaktes’ te verbeteren via specifike leerdoelen. De effectiviteit van die leerdoelen wordt in het A-KOfolio opgevolgd.
3. De student toont aan gedurende een Fase voldoende progressie te maken m.b.t. zijn/haar ontwikkeling in alle 7 professionele rollen.
- De competentie-ontwikkeling in Fase 1 is met name gericht op de pre-klinische kennis.
- De competentie-ontwikkeling in Fase 2 is met name gericht op de klinische kennis.
- De competentie-ontwikkeling in Fase 3 is met name gericht op de toepassen van de vergaarde kennis in de kliniek.
- De competentie-ontwikkeling in Fase 4 is met name gericht op de verdere ontwikkeling als zelfstandig arts en klinisch onderzoeker.
Aanbevolen literatuur
Handleiding A-KOfolio