Persoonlijkheidsstoornissen
Volledige vakbeschrijving
Deze module behandelt een van de grootste problemen in de geestelijke gezondheidszorg, persoonlijkheidsstoornissen. Persoonlijkheidsstoornissen komen voor bij ongeveer 10% van de volwassen bevolking en ongeveer 30-70% van de (poli-)klinische GGZ-populaties.
Uit een algemene berekening blijkt dat alleen al de behandeling van borderlinepatiënten meer dan 350 miljoen euro per jaar kost. Dit betrof alleen de kosten van de GGZ: klinieken voor alcohol- en drugsmisbruik, TBS/detentie-instellingen, somatische gezondheidszorg (suïcides/zelfverminking) en indirecte kosten (afwezigheid van studie/werk) zijn niet meegerekend.
Persoonlijkheidsstoornissen zijn een groep psychische stoornissen die langdurig disfunctioneel gedrag veroorzaken en meer moeten worden toegeschreven aan het karakter van de persoon dan aan een (tijdelijke) stoornis die geen deel uitmaakt van het karakter, zoals beschreven bij klinische stoornissen van de DSM.
Het betekent dat de persoon die lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis zijn/haar voelen, denken en handelen als 'normaal' beschouwt en altijd als normaal heeft beschouwd. De persoon kan sommige effecten van de stoornis als ongewenst ervaren, maar de basis van zijn/haar disfunctioneren is wat 'ego-syntonisch' wordt genoemd: de persoon ziet zijn/haar gedachten, gevoelens en handelingen niet als vreemd, maar eerder als iets dat bij zijn/haar karakter past.
In veel gevallen hebben de mensen om de persoon heen meer last van de persoonlijkheidsstoornis dan de persoon in kwestie. Zodoende is er in het begin vaak geen duidelijke vraag naar persoonlijkheidsverandering. Soms beginnen cliënten pas onder druk of dwang (bijvoorbeeld de wet) van hun omgeving aan een behandeling.
Mensen die lijden aan dergelijke stoornissen worden over het algemeen gezien als onbehandelbaar en de term wordt ook misbruikt om te verwijzen naar zeer lastige mensen. De vraag is of dit terecht is.
De eindbeoordeling voor deze module is een cijfer tussen 0,0 en 10,0.
Doelstellingen van dit vak
Na afronding van deze cursus is de student in staat om:
- DSM-5 classificaties toe te passen op verschillende manifestaties van persoonlijkheidsstoornissen;
- alternatieve diagnostische gezichtspunten en significante theorieën (bijv. psycho-analyse, leertheorie, cognitieve theorie, hechtingsperspectief, interpersoonlijke theorie en biologische perspectieven) toe te passen op verschillende verschijningsvormen van persoonlijkheidsstoornissen;
- DSM-5-classificaties van persoonlijkheidsstoornissen onderscheiden van DSM-5-classificaties van klinische stoornissen;
- belangrijke theorieën van verschillende uitingen van persoonlijkheidsstoornissen vergelijken;
- Beoordeel het empirische bewijs van belangrijke theorieën over persoonlijkheidsstoornissen;
- bepaal de impact van persoonlijkheidsstoornissen op behandelingen voor klinische stoornissen;
- de mogelijke behandelingen voor persoonlijkheidsstoornissen onderzoeken;
- evalueer het empirische bewijs van de mogelijke behandelingsopties voor persoonlijkheidsstoornissen;
- de rol van geslacht en cultuur bepalen in specifieke DSM-5 classificaties van persoonlijkheidsstoornissen.