Bewegingsapparaat
Volledige vakbeschrijving
Algemene uitgangspunten zijn de zeven competenties van de arts uit 'Raamplan 2009 artsopleiding': Medisch deskundige, Communicator, Samenwerker, Organisator, Gezondheidsbevorderaar, Academicus en Beroepsbeoefenaar. Het cluster Bewegingsapparaat stelt zich ten doel de kennis en vaardigheden, opgedaan in voorgaande jaren, te verdiepen, verbreden en te integreren.
Het belangrijkste doel in dit cluster is het verwerven en verdiepen van kennis en vaardigheden om de meest waarschijnlijke (differentiaal) diagnoses, die patiënten met klachten aan het bewegingsapparaat hebben, te kunnen vaststellen. Deze klachten kunnen motorisch van aard zijn (bewegingsapparaat: skelet en spierstelsel) en/of de aansturing betreffen (dit zijn klachten van neurologische aard) en kunnen verband houden met traumatische, degeneratieve, congenitale, autoïmmune (ziekte)processen. Daarnaast spelen epidemiologische, medisch-ethische en omgevingsfactoren een rol. Kennis en vaardigheden met betrekking tot therapie, zoals medicatie en revalidatie, en het leren begrijpen van de invloed van de aandoening op het dagelijks leven van de patiënt (gezin, werk, gezondheidszorg) worden eveneens getraind.
Om dit alles te bereiken worden veel verschillende onderwijsactiviteiten aangeboden. Door middel van patiëntcontacten, colleges, basisgroepsbijeenkomsten, trainingen en practica, en zelfstudie bestuderen studenten de meest voorkomende klinisch gepresenteerde aandoeningen, diagnostische aspecten, epidemiologie en behandelmogelijkheden. Met de patiënt en diens klacht (op de onderwijspoli) als uitgangspunt, leert de student om de opgedane theoretische kennis toe te passen en te komen tot een (differentiaal) diagnose. De casuïstiek, behorende bij deze patiënt die gezien is op de onderwijspoli, wordt uitgewerkt en tijdens de basisgroepsbijeenkomst gepresenteerd aan en besproken met de medestudenten uit de basisgroep.
Bij de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijsprogramma is een grote verscheidenheid aan vakgroepen betrokken, wat dit cluster inhoudelijk "breed" maakt.
Doelstellingen van dit vak
De meest voorkomende klachten van het bewegingsapparaat worden beschreven in een Probleem- en diagnose-/leerdoelenlijst. Het doel van dit cluster is om studenten in 10 weken te trainen in het afnemen van anamnese en het uitvoeren van lichamelijk onderzoek en te komen tot een differentiaal diagnose, eventueel met behulp van het aanvragen van aanvullend onderzoek (bijv. röntgenbeelden). Het is belangrijk dat de student leert “klinisch te redeneren”: wellicht zijn er diverse oorzaken mogelijk voor de gepresenteerde klacht en is verwijzing naar een collega-arts noodzakelijk.
Daarnaast zal in dit cluster aandacht worden besteed naar behandelmogelijkheden, al dan niet medicamenteus, zorg- en revalidatietrajecten zullen worden bekeken. Ook de gevolgen van de aandoening voor het dagelijks leven van de patiënt en het ziek-zijn in het algemeen op cognitief, emotioneel, fysiek en sociaal vlak, zullen worden behandeld.
Aanbevolen literatuur
- C.M.P. van Durme