CORE Jaar 1

Volledige vakbeschrijving

Het CORE-programma bestaat onder meer uit Simulatie Patiënt Contacten (SPC’s) met per SPC een nabespreking. Daarnaast worden in het CORE-programma verplichte trainingen aangeboden. Het CORE­programma  is een longitudinaal blok overstijgend onderwijsprogramma met een duur van één jaar. Tijdens het CORE‐ programma kunnen studenten zich consult-­‐, analyse-­‐ en reflectievaardigheden eigen maken. De toetsing van het CORE­‐onderwijs heeft een continu karakter en is een integraal onderdeel van het CORE-‐programma.

Het doel van de CORE-­‐toetsing is in de eerste plaats het optimaliseren van het leerproces van de studenten op het vlak van consult- analyse- en reflectievaardigheden. Daarom wordt het vormgeven van het leerproces van de studenten (en hoe studenten hier zelf vorm aan geven) meegenomen in de beoordeling, ook over de jaren heen. Tevens wordt een minimale competentie op consult-, analyse‐ en reflectievaardigheden vereist. De toetsing binnen CORE is gericht op een combinatie van competentiedomeinen volgens het Raamplan 2009, waarbij de nadruk ligt op Medisch deskundige, Communicator en Beroepsbeoefenaar (voor consultvoering en reflectie) en Gezondheidsbevorderaar en Academicus (in het bijzonder voor het reflectiegedeelte).

In het CORE-­‐programma worden studenten getoetst door middel van dossiervorming, waarbij materiaal wordt verzameld voor de beoordeling van de competentieontwikkeling met betrekking tot consult-­‐, analyse-­‐ en reflectievaardigheden. De student is verantwoordelijk voor het verzamelen van het materiaal ten behoeve van de toetsing, bestaande uit de volgende onderdelen:

• Het voeren van de consulten en de videoregistratie hiervan
• Het formuleren van leerdoelen in het pre-encounterformulier
• Het evalueren van een consult in het post-encounterformulier
• Het geven van mondelinge/schriftelijke feedback op medestudenten
• Beschouwing van de competentieontwikkeling gedurende het jaar. [Dit heeft betrekking op zowel de ontwikkeling van de consultvaardigheden gedurende een jaar, als van de analyse-­‐ en reflectievaardigheden. Opvolging hiervan gebeurt middels formulieren in EPASS]

Gedurende het CORE-­‐programma wordt de voortgang en ontwikkeling van de studenten formatief getoetst door de eigen CORE-­‐docent. De studenten krijgen feedback op alle SPCs.

 Aan het einde van het jaar krijgt de student een beoordeling door de eigen docent op basis van het functioneren van de student in de groep en op basis van het aanwezige materiaal voor beide deelcompetenties, uitgedrukt in de kwalificaties ‘Boven verwachting’ (BV), ‘Volgens verwachting’ (VV), of ‘Onder verwachting’ (OV).

1. Competentie consultvaardigheden: beoordeeld op basis van:

• de gevoerde SPC’s
• de analyse op de eigen ontwikkeling (voortgangsformulieren in EPASS)

Voor deze beoordeling zijn rubrics beschikbaar.

 2. Competentie analyse- en reflectievaardigheden: beoordeeld op basis van:

• de analyses van de eigen SPC’s
• de gegeven feedback op SPC’s van anderen
• actieve inbreng in discussies over en inzicht in de rol van de medische professional in de klinische praktijk
• sensitiviteit voor het patiëntperspectief en voor relevante verschillen tussen patiënten
• de analyse op de eigen ontwikkeling (voortgangsformulieren in EPASS)

Voor deze beoordeling zijn rubrics beschikbaar.